🕒 Leestijd: ongeveer 10 minuten
Het Oostenrijkse Zillertal vormt het decor voor een paar hartverwarmende, doch ijskoude wonderen der natuur. Tijdens het Explore Camp Zillertal verkenden de meegereisde ambassadeurs en experts van A.S.Adventure de Hintertuxgletsjer. Ze vergaapten zich aan het indrukwekkende IJspaleis, supten op een ondergrondse gletsjerrivier en klauterden door de naburige Spannagelgrot.
Een opening in de sneeuw, meer was het niet. Een gleuf waar net een mens door paste. Roman Erler ontdekte ze in 2007 toen hij een van de pistes van de Hintertuxgletsjer naar beneden skiede. Het behoeft een speciale manier van denken om bij zo’n vondst prompt te zeggen: ‘oké, ga ik verkennen.’ Gletsjerspleten kunnen namelijk levensgevaarlijk zijn voor elk beetje bergbeklimmer. “Ooit zakte een Nederlander door een spleet op deze gletsjer. Pas twaalf jaar later konden we zijn lichaam bergen”, zegt Roman. En toch mogen we dankbaar zijn dat Roman die vreemde kronkel had. Anders was de mensheid verstoken gebleven van het Natur Eis Palast, een ijspaleis tientallen meters diep onder de gletsjer. En dat had zonde geweest. Want dit complex aan natuurlijke en door de mens gemaakte ijsgrotten is behoorlijk fenomenaal. Maar we lopen vooruit op de feiten.
"Het behoeft een speciale manier van denken om bij het vinden van een gletsjerspleet prompt te zeggen: oké, die ga ik verkennen."
De Hintertuxgletsjer, aan het uiteinde van het Zillertal, is een van ongeveer 900 gletsjers in Oostenrijk. Sowieso is het een van de meest toegankelijke. Hier heb je geen stijgijzers of ijsbijlen nodig. Een ticket voor de drie opeenvolgende kabelliften, ofte ‘gletsjerbussen’, volstaat. Vanuit het dorpje Hintertux, een kloeke 1500 meter boven zeeniveau, gaat het snel naar 2100, 2660 en ten slotte 3250 meter hoogte. De naam van de laatste halte van de bus, Gefrorene Wand, laat weinig aan de verbeelding over. Onderweg hebben we net genoeg tijd om shorts te wisselen voor lange broeken. In de vallei genoten we nog van een lekker zonnetje, nu plukken we handschoenen uit rugzakken en trekken we onze mutsen ver over de oren.
Op deze hoogte kan je zelfs op de langste dag van het jaar skiën. 365 dagen per jaar zoeven hier mensen op latten naar beneden. De Hintertuxgletsjer is in dat opzicht uniek in Oostenrijk. Enkel in het Zwitserse Zermatt gaan de pistes ook elke dag open. Toch zijn we hier niet om te skiën. Wel klimmen we op het panoramaterras. In de diepte weerkaatst de zon op het dak van het Friesenberghaus, de berghut op 2500 meter hoogte waar we de volgende avond zullen slapen. Vanuit het dal is dat een stevige klim omhoog, maar vanop dit terras lijkt het wel een insectenhuisje. Wolken ver- en onthullen gekante bergpieken zo ver het oog reikt. Perfecte bergen, zoals kinderen die tekenen, met daarbovenop een laagje poedersuiker. De Zillertaler Alpen staan bekend om hun grenzeloze gletsjers.
"Roman opent een deur in de sneeuw - de ingang van het Natuur IJspaleis - en we stappen de vriezer binnen."
Roman opent een deur in de sneeuw. De ingang van het Natuur IJspaleis. We stappen de vriezer binnen, wandelen door lange sneeuwgangen met glazige muren van ijs aan beide kanten, dalen af langs ladders en trapjes, piepen door nissen en gaten. Boven onze hoofden hangen stalactieten van ijs, ettelijke meters lang, die ons kunnen doorspiesen als het eerste het beste sateetje. Maar de setting is magistraal. De elementen hebben een ijsstructuren in alle vormen gekneed. We betreden blauwgekleurde kamers van ijs en vergapen ons aan de perfecte vormen van de kristallen. Bij momenten onderdrukken we met enige moeite de neiging om eraan te likken. Of om spontaan de soundtrack van Frozen te lopen neuriën.
We onderscheiden twee soorten gletsjers. Er zijn ijskappen, die hele landschappen met een dikke laag ijs bedekken (denk aan Antarctica). Daarnaast zijn er alpiene gletsjers, die zich op bergflanken vormen. Doordat alpiene gletsjers traag naar beneden schuiven, creëren ze valleien en bepalen ze het aangezicht van de Alpen en andere bergketens.
Heel kort samengevat: wanneer meer sneeuw zich opstapelt dan smelt. Herhaal dat laag per laag, tot de sneeuw alsmaar meer gecomprimeerd geraakt en harder wordt. Wanneer het gletsjerijs uiteindelijk dik genoeg is, begint het als vanzelf te bewegen. Die beweging zorgt er dan weer voor dat het ijs van de gletsjer smelt. Dat smeltwater maakt de onderkant van de gletsjer gladder, waardoor die zich nog makkelijker door het landschap kan bewegen. De zwaartekracht doet de rest!
Verschillende delen van een gletsjer bewegen zich voort aan verschillende snelheden. In het midden vloeit het ijs bijvoorbeeld sneller dan aan de basis, waar het gestaag over rotsen slijpt. De meeste druk komt op de bovenkant te staan, die uiteindelijk kan breken en zo voor scheuren zorgt. Enter: gletsjerspleten. Een levensgevaarlijke hindernis voor avonturiers, maar bovenal een beeldschoon natuurwonder.
Gletsjers bewegen continue. IJskappen kunnen afstanden van duizenden meters per jaar afleggen, maar de voortgang van alpiene gletsjers is meestal beperkt tussen één en tweehonderd meter per jaar. De vier kilometer lange Hintertuxgletsjer kruipt voort aan een snelheid tot zestig meter per jaar. Daardoor moeten de skiliften meerdere keren per jaar verplaatst worden, om ervoor te zorgen dat de masten verticaal blijven staan. Het betekent ook dat deze ondergrondse wereld per definitie tijdelijk is. Ervan genieten zolang het kan, is de boodschap.
"Doordat de Hintertuxgletsjer voortkruipt aan een snelheid tot zestig meter per jaar, moeten de skiliften regelmatig verplaatst worden."
De expeditieleden huppen over houten plankjes en poeltjes van smeltwater. “We stappen hier zo’n dertig meter onder de skipistes”, zegt Roman. Hij heeft het IJspaleis niet enkel ontdekt, maar baat het ook uit. Op een bepaald moment is een stuk van een gang afgezet met oude ski’s. We piepen over de rand, recht de diepte in. De schacht leidt onze ogen naar een plonsbadje. Diepte: 52 meter. Aan het einde van een andere gang ligt een rubberbootje te dobberen op een ondergrondse gletsjerrivier. De Nederlandse Iceman Wim Hof en andere ijskonijnen komen hier geregeld koukleumen. Of warmdraaien, we willen ervan af. Ook vrijduikers zonder koudwatervrees kunnen terecht in dit water van nul graden.
We houden het liever droog en schepen in op de boot voor een surreële tocht door blauw licht in tinten die we ons nauwelijks kunnen voorstellen. Zitten we tijdens de boottocht nog op ons gemak, dan is het tijdens het suppen bij momenten bibberen op de benen. We kunnen de watertemperatuur moeilijk uit ons hoofd zetten en willen liever niet in deze Siberisch koude rivier belanden. Gelukkig is het bord nogal uit de kluiten gewassen - er passen tot zes mensen tegelijk op - en staat ons gezelschap steviger op de benen. Na nauwelijks enkele minuten is de unieke ervaring achter de rug.
“De lucht in de grot is heel heilzaam. Ik werk hier al vijftig jaar en zie eruit alsof ik veertig ben.” We zitten alweer onder de grond - ditmaal in de Spannagelgrot - en gids Christoph gniffelt om z’n zoveelste dad joke. Je weet wel: het soort flauwe mopje waarom normaal alleen je ouweheer moet schuddebuiken. Maar dat door het ongebreidelde enthousiasme van Christoph enorm aanstekelijk werkt. Ons gemoed heeft in ieder geval een stevige por in de juiste richting gekregen. Even voordien kregen we helmen en gele hesjes - zijn er hier nog ergens auto’s om om te tillen en in brand te steken? - en daalden we langs een stenen trap af in deze onderwereld
De Spannagelgrot - Spannagelhöhle in de lokale lingo - loopt meer dan tien kilometer onder de grond. Meteen het grootste grottenstelsel van de Centrale Alpen. Speleologen trekken hier soms dagen aan een stuk hun bivak op, zoveel valt er nog te ontdekken. Bezoekers zoals wij beperken zich tot de eerste 400 à 500 meter van de grot, maar dat is al spannend genoeg. Z’n grootte is evenwel niet het enige wat de Spannagelgrot uniek maakt. Terwijl het leeuwendeel van de Zillertaler Alpen bestaat uit leisteen, bevinden we ons hier in een marmerader. Christoph wijst naar een lichtbruine veeg die diagonaal over de grotmuur loopt. We voelen eraan - zo zacht dat je er een badkamer mee kan betegelen.
"In de Spannagelgrot trekken speleologen soms dagen aan een stuk hun bivak op. Zoveel valt er te ontdekken."
De gids leidt ons doorheen een onderaards labyrint. We wandelen recht door een waterval - dus daarvoor dienen die gele jassen! - en stoten onze hoofden geregeld tegen stalactieten of laaghangende grotplafonds. We krabbelen en scharrelen. In de nauwste passages moeten we onze buik intrekken en vervloeken we dat we die middag zo’n grote portie Gemüsestrudel bestelden. Onderweg vertelt Christoph over de geologie van de grot, de geschiedenis (“ooit gebruikten buurtbewoners de ingang als stort”) en de fauna van de omgeving. Voor dat laatste toont hij schedels gevonden in en rond de grot.
Waarna Christoph zijn zaklamp uitknipt. Geen hand zien we voor onze ogen. Even vragen we ons af wat er zou gebeuren als Christoph in staking zou gaan. Het gele hesje heeft hij al. Dan zitten we hier voor eeuwig en vier dagen vast onder de grond. “Laten we in het donker naar buiten proberen te geraken”, fezelt hij. “Geen paniek, ik ben de beste gids van deze grot. Ik ben er al elke keer uitgeraakt.” Op de tast en lustig graaiend naar elkaars lichaamsdelen klauteren we naar buiten. Qua teambuilding kan het tellen. Iedereen kruipt veilig en goedgezind naar buiten. Met dank aan Christoph en zijn papamopjes.
"“Laten we in het donker naar buiten gaan”, zegt Christoph. “Geen paniek, ik ben de beste gids van de grot. Ik ben er al elke keer uitgeraakt."
Bijna nergens ter wereld smelten gletsjers sneller dan in de Alpen. Zelfs als we de toekomstige uitstoot kunnen beperken, zal minstens twee derde van al het ijs gesmolten zijn tegen 2100. In het meest pessimistische scenario zijn de Alpen tegen die tijd zelfs volledig ijsvrij, op enkele geïsoleerde lapjes op grote hoogte na.
Niet alleen de hogere temperaturen zijn daarvoor verantwoordelijk. Vooral cryoconiet is de grote schuldige: aangewaaid donkerkleurig gruis, vaak afkomstig van uitstoot van industrie en energiecentrales of van vulkaanuitbarstingen. Wanneer dat cryoconiet zich met sneeuw vermengt, weerkaatsen de sneeuw en het ijs het zonlicht minder goed. De gletsjer neemt de hitte grotendeels zelf op. Daarom worden delen van de Hintertuxgletsjer (en vergelijkbare gletsjers) gedurende de warmste maanden afgedekt met isolerende materialen.
Gletsjers zijn de hoekstenen van het leven op onze planeet. Ze vormen gigantische reservoirs van zoet water. Dat irrigeert gewassen, dient als drinkwater en wekt elektriciteit op. Wanneer een gletsjer te snel instort, beïnvloedt dat ook ecosystemen stroomafwaarts in de keten.
Onderzoekers van de Universiteit van Stanford ontdekten bovendien dat een vierde van de Alpenplantjes dreigt te verdwijnen. Op korte termijn zorgt het smelten van de gletsjers ervoor dat delicate soorten als gletsjerboterbloem en paarse bergsteenbreek meer ruimte krijgen. Maar op langere termijn nemen agressieve soorten uit het dal de boel over. Het uitsterven van dergelijke alpiene bloempjes kan een kettingreactie uitlokken bij soorten die van hen afhangen.
Nog niet alles is verloren. Door minder fossiele brandstoffen te verbranden, onze uitstoot te beperken, vervuiling tegen te gaan en bossen beter te beschermen, kunnen we het verlies aan gletsjerijs minimaliseren. Als individu kan je leren over fragiele bergecosystemen en anderen erover vertellen. De alpiene plantjes in gevaar bescherm je door zoveel mogelijk op de paden te blijven.
Ook boven de grond valt er in het Zillertal heel wat te beleven. Zo wandelden onze ambASsadeurs naar een berghut en genoten ze van een zonsopgang in de bergen.
Een hike op grote hoogte is niet hetzelfde als een wandeling op de Kalmthoutse Heide. Met deze tips bereid je je voor op die uitdaging.