Verschillende luchtvaartmaatschappijen vliegen vanuit West-Europa naar Namibië - vaak met een korte tussenstop. Eens geland in de luchthaven Hosea Kutako in Windhoek, kan je avontuur beginnen. En je reis begint meteen al goed: je zet je horloge maar een uurtje later, dus over jetlag hoef je je geen zorgen te maken.
Openbaar vervoer is niet altijd te vinden, maar taxi's zijn doorgaans wel beschikbaar en betaalbaar. Zelf een auto huren biedt je net iets meer vrijheid en flexibiliteit, zeker als je kiest voor een 4x4 met een uitvouwbare tent erbovenop. Dan kan je budgetvriendelijke ho(s)tels afwisselen met een campsite middenin een wildpark. Laat je leiden door een betrouwbare reisgids om je route uit te stippelen. Daarin vind je ook meer informatie over alles wat je ziet onderweg, inclusief tips over waar je lekker kan eten of goed kan slapen.
De meeste bezienswaardigheden zijn verbazend toegankelijk voor bezoekers. Er zijn degelijke wegen, en er zijn shuttles voorzien op plaatsen waar je zelf moeilijk rijdt. Voor wie meer budget ter beschikking heeft: je kan je ook laten vliegen van de ene naar de andere luxueuze lodge.
“You can leave Africa, but Africa will never leave you.”
De haast ontroerende schoonheid van het uitgestrekte woestijnlandschap, de groene oases waar dieren mekaar ontmoeten aan een drinkplaats, dramatische rotsformaties en roestkleurige aarde: de natuurpracht in Namibië is ongelofelijk veelzijdig. We lichten enkele niet te missen hoogtepunten uit.
Die kenmerkende roestkleurige duinen en hagelwitte zoutvlaktes? Daarvoor moet je in de Sossusvlei zijn. Dit kurkdroge gebied is omringd door enkele van de hoogste zandduinen ter wereld: tot wel 400 meter hoog! Zo'n 900 jaar geleden bestond deze vlakte nog uit kronkelende rivieren en moerasland, waarvan je hier en daar nog de overblijfselen ziet. Tijdens zonsopgang en zonsondergang is het landschap hier extra betoverend.
Niet veel verder in de Namib-woestijn vind je de Deadvlei (of Dodevlei), waar het lijkt alsof je in een kunstwerk van Salvador Dalí bent beland. Het surrealistische tafereel van de eeuwenoude dode bomen die afsteken tegen de witte kleipan, de vuurrode duinen en de blauwe lucht, blijft je gegarandeerd een leven lang bij. Een goede zonnebril is hier wel een must.
We krijgen spontaan dorst van al die droogte, dus een beetje waterpret mag niet ontbreken: op de grens met Angola donderen de Epupa (het Herero-woord voor schuim) watervallen het ongerepte rotslandschap in. En ja, waterval in meervoud: het water splitst zich over tal van kanalen, om dan op meerdere plaatsen naar beneden te storten in een reeks van poelen. Een schilderachtig en uniek uitzicht.
Tip: de watervallen zijn het meest indrukwekkend na het regenseizoen (maart-mei), wanneer de waterstroom op zijn sterkst is. Waag je niet aan een plons, want er zitten krokodillen in en rond het water.
Op een boogscheut van de grens met Zuid-Afrika ligt de op een na langste canyon ter wereld, na de Grand Canyon in de Verenigde Staten. Het ruige landschap van de Fish River Canyon (Visrivierkloof) werd miljoenen jaren geleden gevormd door verschuiving van de aardplaten. De kloof werd daarna verder uitgehouwen door de Visrivier, op sommige plekken tot 550 meter diep.
Het gigantische ravijn biedt het ene na het andere adembenemende panorama. Zeker bij zonsopgang, wanneer je de kleuren van de rotsen ziet veranderen in het ochtendlicht. Spectaculair! Nog straffer: sinds 2011 wordt hier elk jaar een loodzware ultramarathon gelopen.
In de Namib-woestijn vind je een fascinerende verlaten nederzetting. Kolmanskop was ooit een welvarende mijnstad, gesticht vanuit diamond fever nadat er een diamant werd gevonden door een spoorwegarbeider in 1908. De opbrengsten waren enorm, maar het dorp liep gaandeweg leeg toen er in 1920 ergens anders een rijkere diamantvoorraad werd ontdekt.
Kolmanskop wordt intussen langzaam maar zeker opgeslokt door de duinen van de woestijn. De ooit statige gebouwen zijn gevuld met zand, wat een surrealistisch beeld schept. Vandaag is het gebied beschermd en enkel toegankelijk via een georganiseerde tour. De koelere ochtenduren zijn het beste moment om alles vast te leggen op beeld (in het mooiste licht).
Haal je verrekijker boven voor de ultieme wildlife spotting ervaring. In het groene noorden strekt het Etosha Nationaal Park zich uit rond de gelijknamige uitgestrekte zoutvlakte, over een gebied dat groter is dan het bekende Krugerpark. Het reservaat biedt een veilige thuishaven voor honderden soorten zoogdieren, vogels en reptielen.
Bonuspunten als je een van de ernstig bedreigde soorten kan spotten, zoals de zwarte neushoorn, de zwartkop impala, cheetah en de Kaapse pangolin (ook bekend als grondschubdier). Je mag in het park zelf rondrijden, zolang je voor zonsondergang 'thuis' bent.
Begrensd door de onstuimige Atlantische oceaan en de immense woestijn, is de noordwestelijke kust van Namibië een van de meest onherbergzame plekken ter wereld. Het 500 kilometer lange strand van het onheilspellend genaamde Skeleton Coast National Park ligt dan ook vol met roestige scheepswrakken uit lang vervlogen tijden. Een stille getuige van de gevaren van de kust.
Waar de woestijn de oceaan ontmoet, hangt er trouwens vaak een dichte mist. Extra mysterieuze sfeer: check. Verder zijn er nauwelijks sporen van mensen te vinden, maar de kust herbergt wel enorme kolonies van Kaapse pelsrobben, flamingo's en een fascinerende mix van vogelsoorten.
Namibië heeft een droog woestijnklimaat, een beetje zoals de Sahara. De blakende zon schijnt er zo’n 300 dagen per jaar en heeft zelfs een plekje gekregen op de nationale vlag. Temperaturen kunnen overdag in de zomer (onze winter) dan ook aardig oplopen, zeker wanneer het zand de hete zonnestralen reflecteert.
De beste reistijd is van mei tot oktober, dan geniet je van een heldere hemel en aangename temperaturen van gemiddeld 20 tot 25°C. Die droge wintermaanden zijn ook het beste moment om wilde dieren te spotten, want ze verzamelen zich rond waterbronnen in nationale parken zoals Etosha. Let wel op, 's nachts zakt de temperatuur enorm!
Het regenseizoen valt in de hete zomermaanden (gemiddeld 35 tot 40°C) tussen november en april, hoewel dit geen garantie is op veel nattigheid. Het kan wel erg vochtig en verzengend warm worden, met stevige onweren in de namiddag. Voor vogelliefhebbers is dit een uitstekende tijd om allerlei migrerende soorten te spotten. Er zijn ook minder toeristen en de prijzen zijn algemeen iets lager
Namibië is met gemiddeld een drietal inwoners per vierkante kilometer het dunst bevolkte land ter wereld, na Mongolië. Toch zorgt de enorme diversiteit aan inheemse stammen en buitenlandse invloeden voor een fascinerende mix van tradities, talen en fraaie traditionele klederdracht. De verschillende culturele groepen worden ingedeeld in 12 etniciteiten die vertegenwoordigd worden met 12 stralen van de zon op de nationale vlag.
Tot de onafhankelijk in 1990 vormde Namibië één geheel met buurland Zuid-Afrika. Eerder zwaaide Duitsland er enkele decennia de plak. Je vindt de invloeden nog terug in herkenbare plaatsnamen, de koloniale architectuur en... het eten.
Het eten weerspiegelt de mix van al die invloeden, met als resultaat een unieke en gevarieerde keuken. Hoewel het land een echt paradijs voor vleesliefhebbers is, komt iedereen er wel aan zijn trekken. Een paar kenmerkende gerechten:
• Pap: een dikke, zachte maïspap die wordt gegeten als basis bij bijna elke maaltijd.
• Kapana: populaire street food die bestaat uit gegrild rund- of schapenvlees, geserveerd met pittige saus en uien.
• Bockworst en schnitzels: een restant van de Duitse koloniale invloed.
• Biltong: een populaire snack van gedroogd en gekruid vlees, vergelijkbaar met beef jerky.
• Oesters: Namibië staat bekend om zijn kwalitatieve oesters, die worden gekweekt langs de koude Benguelastroom.
• Marogo: een bijgerecht van wilde spinazie of andere lokale groene bladgroenten, vaak gestoofd en gekruid.
• Speciallekes: probeer eens struisvogel, stierkikker of rups als je zin hebt in iets helemaal anders.
Nog een laatste tip: braaien, oftewel barbecueën, is een belangrijk sociaal evenement voor de lokale bevolking. Neem je tijd en geniet!