🕒 Leestijd: ongeveer 12 minuten
Als natuurdocumentairemaker kreeg hij de hele wereld voor zijn lens, maar tegenwoordig voelt Frans Verhoeven (84) zich nergens beter dan thuis. Van de schoonheid van zijn Kempen staat de Mollenaar nog geregeld te kijken. “De Kempen zijn uniek. Hier groeit en bloeit heel wat”, zegt hij. Aan stoppen denkt hij dan ook nog lang niet. “Ik leer nog elke dag bij.”
Frans Verhoeven wandelt langs de zandput van Mol-Rauw, het meer dat ontstond toen Sibelco hier zand begon te ontginnen. Plots houdt hij halt en wijst hij naar een klein paars bloempje dat door het verdorde gras priemt. Zijn oog voor detail is nog zo scherp als dat van de visarend die hij hier ooit filmde. “Na al die jaren zie je dingen waar een ander voorbij zou lopen”, vertelt hij.
Op deze zandgronden voelt Frans zich thuis. In Mol en omstreken zijn er niet veel plaatsen meer over waar hij nog nooit een documentaire draaide. “Ik ben bezig aan mijn 66ste film”, zegt hij. Voor zijn nieuwste prent vertrekt hij vanuit het oeuvre van Jakob Smits, een Nederlandse kunstschilder die zo verliefd geraakte op de streek dat hij er nooit meer vertrok. “Ik ga uit van Smits’ werken en bezoek de plaatsen die hij schilderde. Om te zien hoe die er nu uitzien. Soms is dat mooi, soms een ramp.”
Terwijl de meesten van zijn leeftijdsgenoten genieten van een welverdiend pensioen, een fleecedeken en een potje hartenjagen op tijd en stond, kruipt Frans zo nodig nog plat op de buik. Om dat cruciale shot toch maar niet te missen, van een ijsvogel die een stekelbaarsje opduikt of een vlinder die ontpopt. Dagen in schuilhutten, met de regen op z’n snoet, het deert hem niet. Fysiek is hij nog kwieker dan mannen van 20 jaar jonger. Heeft hij dan altijd zijn camera bij zich? “Niet wanneer ik met mijn vrouw op stap ben”, grijnst Frans. “Of als ik pinten ga pakken.”
84 jaar
-
Komt uit Mol in de Belgische Kempen
-
(Natuur)documentairemaker
-
Maakt al 65 films voor tv, vooral over de natuur in binnen- en buitenland
-
Bekroond met de Pomme d’Or, een belangrijke toeristische persprijs, voor een docu over het Molse Lake District
-
Werkte als vertegenwoordiger voor Westmalle
Frans maakt documentaires over de natuur en alles daarrond, met veel aandacht voor mensen en lokale geschiedenis. Hij heeft een zesde zintuig voor het wonderlijke. Of dat nu zo klein is als een heideblauwtje dan wel zo groot als een buizerd die patrouilleert door het luchtruim. In alles ziet hij het schone. Behalve misschien in “die mannen met hun vélos”. Gisteren filmde hij nog in de buurt van natuurreservaat De Maat, langs het kanaal in Mol. “Ze reden me bijna de broek van mijn lijf.”
Verwacht geen flitsende beelden, wel poëzie op pellicule die zich traag ontrolt. Frans’ docu’s over de Kempen belichten de vier seizoenen, en zijn gemaakt met een engelengeduld en veel ontzag voor de natuur. Aan de Ronde Put in Mol-Postel maken we als kijker kennis met schichtige kolibrievlinders en zonnedauw, de mysterieuze vleesetende plant. In het Geelse gehucht Bel ontdekken we wuivende dennenbomen op zandduinen, rode bosmieren en harkwespen, maar ook een warme bakker die nog traditioneel te werk gaat. En in de Liereman, een natuurreservaat in Oud-Turnhout, aanschouwen we gagelstruiken en spreeuwen.
Frans vindt het spectaculaire in het vertrouwde. Door zijn lens kijken we met nieuwe ogen naar onze eigen natuur. En hij bezit het talent om zijn camera op het juiste moment de juiste richting in the draaien. “Je moet altijd een beetje geluk hebben”, wuift Frans de lof weg. “Maar als je als cineast beelden wil maken van een vogel, dan gaat daar natuurlijk veel voorbereiding aan vooraf.” Eerst moet je zijn gewoontes doorgronden: dieren houden van structuur en komen telkens op dezelfde plaats eten. “Een ijsvogel komt altijd op hetzelfde stokje zitten voordat hij in z’n nest kruipt. Eens je dat weet, kan je van dichtbij prachtige opnames maken.”
Al blijft geduld een sleutelwoord. Wie de natuur wil vastleggen, bereidt zich best voor op lange wachttijden. Zo kent Frans een plekje in Mol waar aalscholvers hun vleugels komen drogen. “Dat is magnifiek om te zien, maar soms zit je daar twee uur voor niets. De meeste mensen zeggen dan: ‘Foert, ik ga naar huis!’ Soms moet je héél lang wachten.”
En dan is het kwestie van bij de les blijven. Een moment van verslapte aandacht op een verkeerd moment kan een hele draaidag verpesten. “Bij de VRT zei een regisseur van speelfilms me eens dat niets zo gemakkelijk is als natuurfilms maken. Maar hij kan een acteur honderd keer hetzelfde laten doen. Er zal wel één goed shot tussen zitten. Als ik een bruine kiekendief wil filmen en ik mis ‘m, kan ik niet zeggen: ‘hé, meneer, kom eens terug’.”
Wist je dat… er een A.S.Adventure-wandelroute loopt door Landschap De Liereman? Ontdek hem samen met nog negen andere wandelroutes die je uitgeprobeerd moet hebben.
Zin om de Kempen met je eigen ogen te ontdekken? Deze fiets- en wandelgidsen zetten je meteen op het juiste pad.
De liefde voor natuur zit er al lang in. Als kind jaagt Frans al vlinders, vogels en andere mooie beesten na. “En als ik naar de Ardennen ging, móést ik een wild zwijn gezien hebben”, zegt hij stellig. “Of ik kwam niet terug naar huis.” Frans begint midden jaren 60 met filmen. Bij DOKA, de fotoclub van Mol, zit hij dan al een tijdje op z’n honger. Foto’s maken, allemaal goed en wel, maar hij houdt meer van beweging. Met Gaston Craps, een bevriend kunstenaar uit Meerhout, en enkele andere gelijkgezinden richt hij een filmclub op. In 1968 maakt Frans zijn eerste professionele film, over de werking van het Molse nucleair onderzoekscentrum SCK.
En ook al legt Frans de schoonheid van zijn geboortestreek al decennialang op film vast, hij richt zijn aandacht samen met Gaston ook op meer exotische streken. Samen richten ze een productiebedrijfje op, DuoFilm. Hun eerste natuurfilm, Animal Paradise, gaat over de Galapagoseilanden, de archipel voor de kust van Ecuador waar Charles Darwin tot zijn ideeën over evolutie kwam. “De Galapagos, dat is puur natuur”, zegt Frans, “Darwin achterna. Het is de max als je houdt van dieren, vooral vogels en leguanen.”
Die natuurlijke rijkdom is dan ook de drijfveer achter hun keuze. “De Galapagoseilanden waren toen nog onbekend. Niemand had dat ooit gezien”, zegt Frans. “We wisten: als we willen doorstoten naar de televisie, dan moeten we daar naartoe.” Het plannetje werkt. Een medewerker van RTBF krijgt de film onder ogen tijdens een amateurfilmcompetitie en is zodanig onder de indruk van de haarfijne beelden dat hij de film prompt koopt voor het legendarische natuurprogramma La Jardin Extraordinaire. De volgende dag belt de aankoopdienst van de VRT.
Eigenlijk is Frans een reisinfluencer avant la lettre. Eens hij zijn voet tussen de deur heeft bij de Vlaamse en Waalse openbare omroep, wordt hij overal een graag geziene gast. Van Costa Rica tot de Seychellen, van Senegal tot Spitsbergen en van Madeira tot Taiwan: in alle uithoeken van de wereld mag Frans zijn camera laten draaien.
Van zijn toenmalige werkgever, de brouwerij van Westmalle, krijgt hij genoeg verlof om aan zijn projecten te werken. Twee weken per jaar trekt hij eropuit, samen met Gaston en hun vrouwen. “We regelden alles via de ambassades”, legt Frans uit. “Als wij garandeerden dat de film werd uitgezonden op VRT en RTBF, dan regelden en betaalden de ambassades alles. Een uur zendtijd kost een bom geld, hé.”
In Ecuador filmen Frans en co de inheemse bevolking van het Andesgebergte, een trip naar de Canarische Eilanden focust op vulkanen en in het noorden van Canada maken ze een documentaire over zeehonden. Uit protest tegen de massale slacht van die beestjes. “Walgelijk om zien”, zegt Frans. De gids die hen in Canada op sleeptouw neemt, blijkt Loretta Swit te zijn, een actrice uit M*A*S*H* die zich tegen de praktijken kantte.
Vanzelfsprekend belandt het gezelschap in allerhande avonturen. Kerstavond vieren ze een keer bij de president van Panama, die verloofd was met hun gids. “Tegen de gids spraken we in ons beste Spaans, tot ze op een avond bij het eten zei: ‘Spreek maar Vlaams, Frans.’ Bleek ze van Eeklo te zijn.” In Groenland brengt Frans zelfs een dag door in koninklijk gezelschap, wanneer koningin Margrethe van Denemarken in hetzelfde hotel bleek te logeren. “We mochten zelfs mee in haar helikopter naar de top van een gletsjer.”
Vanuit tropische locaties als de Azoren brengt Frans vijgenbomen en palmen mee. Zijn groene souvenirs groeien nog altijd in zijn tuin in het centrum van Mol. “Tijdens een koude winter bind ik een rieten mat rond de stam”, zegt hij. “Van de vijgen maken we elk jaar confituur. Verse vijgen uit de hof zijn ook veel lekkerder dan die van de winkel.” Al blijven de mooiste souvenirs van zijn uitstapjes, zo meent hij, de films zelf. “Ik geniet twee keer: een keer ter plaatse en daarna op film.”
Na expedities naar alle uithoeken van de wereld geraakt Frans het reizen op een bepaald moment beu. Hij verlegt zijn blik naar zijn thuisstreek. “In de Kempen valt ook heel wat te beleven”, zegt hij. “Meer zelfs, de Kempen herbergen een unieke fauna en flora. Hier groeit en bloeit heel wat.” Dat toont Frans onder meer in zijn film over de Molse meren, het Lake District van de Kempen. Met de docu wint Mol de Pomme d’Or, de gouden appel, de grootste toeristische persprijs. Het strafste van al: er wordt in de hele film geen woord gezegd, de beelden spreken voor zich.
Frans heeft de natuur in de Molse contreien vanuit alle hoeken aanschouwt en gefilmd: platgedrukt tegen de grond, vanop een kraan van de brandweer en zelfs vanuit een luchtballon. En denk niet dat er in de stille Kempen geen grootse avonturen te beleven vallen. Zo herinnert Frans zich nog levendig hoe zijn klankman Gilbert Lantin pardoes in de Duivelskuil viel, een ven in de buurt van de Belse Bossen. “Ik moest hem er uittrekken met mijn camerastatief”, vertelt hij. “Hij stonk van hier tot in Meerhout en wilde zijn broek uittrekken. Ik zei: ‘Je gaat toch niet in je onderbroek op café, hé? Hou ze maar aan.’”
Zelfs op zijn gezegende leeftijd doet hij nog alles zelf. Van research en filmen tot monteren en teksten schrijven. Enkel de klank neemt de VRT voor zijn rekening. Door de jaren heen is er veel veranderd. Ooit monteerden Frans en Gaston op een plank met nummertjes, nu gebeurt alles digitaal. “Maar uiteindelijk draait het om de juiste hoeken kiezen”, zegt Frans. “Dat heb je of dat heb je niet.”
Ook de natuur heeft hij deftig leren kennen. Met vallen en opstaan. Ooit filmde hij in zijn achtertuin een koninginnenpage. Hij vond het zo’n mooie opname dat hij ze in een film over Ierland stak. Toen kreeg hij telefoon: ‘Meneer Verhoeven, je kan zeggen wat je wilt, maar in Ierland leven geen koninginnenpages.’ Frans grinnikt guitig. “Tja, het was zo’n schoon vlinderke”, zegt hij. “Maar dat heb ik geen twee keer gedaan.” Nu zoekt hij het op als hij iets niet weet. “Ik leer nog elke dag bij.”
Na zijn vorige documentaire, over de Kempense Heuvelrug, denkt Frans even aan stoppen. “Maar bij de VRT smeekten ze om dat niet te doen. Omdat ik de enige ben die nog iets maakt over eigen land”, aldus Frans. En dus gaat hij door, bij leven en welzijn en zolang het hem interesseert.
Vogels of andere dieren observeren in de vrije natuur? Met de Bynolyt Yellowbird II ED zie je ze haarscherp, zonder hun natuurlijke leefomgeving te verstoren.
Altijd al je mooiste wandelingen op beeld willen leggen, maar heb je geen professionele apparatuur? Leer met de GoPro je leukste momenten vast te leggen.