Avonturen komen in alle maten en gewichten. De meest grootse avonturen krijgen vaak het meeste aandacht. Te voet over de Alpen, op de fiets naar de Noordkaap, de zeven toppen beklimmen, once in a lifetime met andere woorden. Avonturen die maanden of jaren voorbereiding vergen en waarvoor je gegarandeerd een babbeltje moet doen met je baas. En dan is er het omgekeerde: geen maxi-, wel een microavontuur - een rasse ontsnapping uit het dagelijks leven. Een wandeling voor dag en dauw, om vanaf een uitkijkpunt de zonsopgang te zien opkomen. Op insectensafari met een papieren veldgids. Een avondje sterrenkijken of op een strand jutten naar schelpen, drijfhout of andere schatten.
Een microavontuur is een pauzeknop, een kans om diep in te ademen en te genieten. Een opkikker voor geestelijke én fysieke gezondheid, een shot escapisme en een dosis natuur, “kort, simpel, lokaal en goedkoop”, luidens de Brit Alistair Humphreys die de term bedacht, “maar tegelijk ook leuk, opwindend, uitdagend en voldoening schenkend.” Het is bescheidener dan zo’n grootse expeditie, jawel, maar daardoor ook haalbaarder en in te plannen in de drukste agenda. Misschien geen trip waarover je nog jaren opschept, maar wel een die minstens evenveel deugd doet.
Want: échte avonturiers weten dat het avontuur overal lonkt, in de Himalaya maar evengoed in je eigen achtertuin. Wat dacht je van volgende microavonturen dicht bij huis?
Wie is onze microavonturier?
• Tom Peeters
• 37 jaar
• Journalist en schrijver uit Mol-Ginderbuiten, al is hij vaker ‘ginder’ en ‘buiten’ dan in Mol.
• Houdt van grote, kleine en microavonturen.
Op z’n best is een microavontuur duurzaam. Een bivaktocht geldt daarvoor als ideaal voorbeeld. Zo’n tocht van twee of meer dagen begint en eindigt aan een bushalte of een treinstation, volgt bestaande GR-routes of knooppunten en maakt onderweg gebruik van (gratis) bivakzones. Ik neem de trein naar Munkzwalm. Een gemiste aansluiting in Brussel doet me even foeteren, maar die stress smelt weg van zodra ik de eerste stap zet.
In de Vlaamse Ardennen vind ik namelijk een droomomgeving. Ik stap langs takkenwallen en ruisende populieren, in de verte blinkt een kerkje op een heuvel. Al is dit niet enkel Vlaanderen op z’n beeldigst, maar ook op z’n pittigst. Met een volle rugzak sjok ik over de hellingen uit de Ronde van Vlaanderen - de stroeve kasseien van de Molenberg doen me naar adem happen, de Boigneberg bijt in mijn kuiten.
Op zulke momenten is het fijn te weten dat er op het einde van de tocht een lap mals gras wacht. Ik slaap op een helling in Horebeke, een stukje natuur dat Raoul D’Hoossche openstelt voor wandelaars, natuurliefhebbers en kampeerders. Ik ken Raoul al van een eerdere bivaktocht en heb hem laten weten dat ik langskom. Zo koud de nacht zal blijken - ik zal ‘s ochtends ijzel van het tentzeil krabben - zo warm is het wederzien. Raoul heeft huisgemaakte wijn van druiven en rabarber meegebracht. Schone mens.
Dat is misschien nog het mooiste aan een bivaktocht, de ontmoetingen onderweg. Wie wandelt, stelt zich kwetsbaar op - op de best mogelijke manier. De volgende ochtend stap ik over kasseibaantjes en boerenwegels richting Ronse. Aan een picknicktafel naast de Maarkebeek zet ik me neer. In de tuin van de aanpalende hoeve zaagt een vrouw hout. Ik vraag haar of ze mijn drinkfles kan vullen met kraantjeswater. Dat kan ze. “En wil je graag nog iets anders, een koffie of een thee?” De meeste mensen deugen, zo leer je tijdens een bivaktocht.
In juli 2023 bereikte ons het droeve nieuws dat Raoul, 76 jaar jong, plots en onverwacht overleden is. Bij onze eerste ontmoeting, twee jaar eerder, had hij verteld dat hij als kind wilde leren vliegen. Hij had toen drie stoelen op mekaar gezet, stuikte eraf en brak zijn arm op drie plekken. Maar, zo zei hij toen overtuigd, “ik geloof rotsvast dat ik zal reïncarneren als buizerd.” We hopen dat het waar is. Zo is hij voor altijd bij ons. Misschien kan hij nog eens over zijn bossen en zijn bivakzone scheren. Wedden dat hij er enkel lachende gezichten ziet?
Liever met de fiets? Dat kan ook! Bikepacking, een samentrekking van bike en backpacking, wint aan populariteit. In een notendop: sjor een minimum aan bagage op je fiets en trek eropuit richting natuur. Een overnighter is het microavontuur van het bikepacken, een tocht van minder dan 24 uur. Dat is het fijne aan deze hobby: je maakt het zo toegankelijk of uitdagend als je zelf wil.
Omdat het mijn eerste keer is, opteer ik voor een overnighter op vlak terrein - vanuit Antwerpen naar een bivakzone in de Kempen. En laat ik me op sleeptouw nemen door Michiel en Philip van Trailgrip, ervaren rotten die slijk bij het ontbijt eten. Ze leggen me uit hoe ik volgens de regels van de kunst al m’n kampeerspullen in die driehoekige en langwerpige frame- en zadeltassen prop.
En dan, op een vrijdagavond, zijn we weg. Terwijl pendelaars zich naar het station haasten, knallen wij over spoorwegpaadjes en wegels de stad uit. In geen tijd lijkt de drukte van Meir en Leien ver weg. Vanop het zadel zien we hoe een gans opvliegt, een reetje sprint weg. We rijden een veldrit door drassige weides en slingeren over modderpaden door Zoerselbos. Met elke pedaalslag lijkt de werkweek verder weg, de vrijheid dichterbij.
Wanneer de duisternis valt, knippen we onze hoofdlampen aan en stoempen we voort in het donker. Moe maar voldaan draaien we de bivakzone van Wortel op. We zetten onze fietsen ondersteboven, draperen er een tarp overheen en verbroederen rond het vuur. Nu begrijpen we waarom bikepackers het doen voor de smiles, not miles.
Hou je uitrusting in topvorm
Heb je genoten van je microavontuur? Zorg dat je er in de toekomst van kan blijven genieten door je regenjas en wandelschoenen een welverdiend onderhoud te geven.
En laat dan maar komen, dat volgende microavontuur!
Wanneer ik de deur van mijn tent openrits, staat er een dozijn alpaca’s rond mijn tent te grazen. Nee, ik heb niet per toeval kamp opgetrokken in een dierentuin. Wel op de AlpaCamping op ‘t Heeseinde, een alpacaboerderij in het Limburgse Ham die kampeerders verwelkomt. Een dag eerder had uitbater Lien ons een groot grasveld aangewezen. “Zet je tent eender waar”, had ze gezegd. “En wees niet bang, alpaca’s zijn nieuwsgierig, maar niet opdringerig. Ze komen wel eens piepen, maar last heb je er niet van.”
Samen met haar man Tom creëerde Lien een aards paradijs in Limburg - waar zowel oud als jong, mens als dier zich thuis voelen. Je kan er ontbijten in een boomhut, dineren rond een kampvuur. Op het kampeerterrein roteert Lien met groepen merries, hengsten en veulens - zo krijgt elk dier voldoende rust. Om diezelfde reden - en om de rust van haar gezin, de kampeerders en de buurt te vrijwaren - beperkt ze de capaciteit tot drie tenten, caravans of campers per dag. Daardoor voelt het aan als bivakkeren in de tuin van vrienden of familie, niet op een anonieme camping.
Kamperen met alpaca’s is heerlijk. De dieren zijn sociaal en slurpen gulzig voer van je handen, met warme en kietelende kussen. Met hun bakkebaarden, koddige kroeskopjes en grote ogen zijn ze onwaarschijnlijk fotogeniek en ze poseren gewillig voor elke foto - likes op Instagram gegarandeerd. En ‘s avonds mogen we helpen om de alpaca’s op stal te zetten. Doordat er veel fietsroutes in de buurt lopen - waaronder de Kempense Icoonroute - is dit een ideaal microavontuur voor families met (jonge) kinderen of voor kampeerders die graag originele plekken uitkiezen voor hun tent.
Net zoals je geen bebaarde Bear Grylls moet zijn om op microavontuur te trekken, zo heb je geen groot arsenaal aan spullen nodig. Meer zelfs: door hun korte tijdspanne - in principe één nacht - lenen microavonturen zich optimaal voor het huren van materiaal.
Zo kan je op pad gaan met een kwaliteitsvolle en betrouwbare uitrusting zonder (meteen) te moeten investeren in spullen die je misschien maar één keer gebruikt. De meest duurzame keuze voor elke parttime avonturier.
A.S.Adventure verhuurt onder meer rugzakken en wandelstokken (voor een stoere staptocht), fiets- en frametassen (voor een forse fietsrit) en tenten, slaapzakken en -matten (voor een cool kampeeruitje).