Klimmen is een brede sport, met verschillende disciplines. Dit zijn de bekendste:
“Als mensen spreken over klimmen of muurklimmen, bedoelen ze meestal lengteklimmen.
Daarbij probeer je op een klimmuur zo hoog mogelijk te geraken. Kracht, lenigheid, uithoudingsvermogen en techniek spelen een grote rol.”
“Je kan op twee manieren lengteklimmen. Bij ‘toprope’ hangt het touw klaar aan de top van de klimmuur. Dat wordt vooral indoor beoefend in klimzalen. De klimmuur is doorgaans zo’n 15 meter hoog. Bij ‘lead klimmen’ (of: voorklimmen) neemt de klimmer zijn eigen touw mee omhoog en klikt dat onderweg vast in setjes aan de wand. Slechts in enkele klimzalen mag je voorklimmen, de meeste zalen laten dat niet toe. Lead klimmen of voorklimmen wordt dus meestal buiten beoefend op rotswanden.”
“Bij lengteklimmen heb je een klimpartner nodig die je zekert. Om de kneepjes van de sport onder de knie te krjigen, volg je best met je klimpartner een initiatieles bij een klimzaal in je buurt of een klimcursus. Wie nog geen klimpartner heeft, vindt tijdens zo’n cursus ongetwijfeld een match.”
“Je hoeft geen atleet te zijn om te klimmen.”
Floris Verschuren
“Zowat elke stad heeft wel een indoor klimmuur of boulderhal.”
Floris Verschuren
“Boulderen is hot! Boulderzalen schieten als paddenstoelen uit de grond. En dat is niet zo vreemd, want deze sport is heel toegankelijk. Veel mensen stappen op latere leeftijd in, maar ook kinderen vanaf ongeveer 8 jaar kunnen hun sportieve hart ophalen. Boulderen kan je alleen en iedereen doet het op z’n eigen niveau. Beginners evolueren doorgaans snel, wat natuurlijk enorm motiverend is. ”
“Boulderen kan zowel binnen als buiten beoefend worden. De gemeenschappelijke deler is dat er zonder touwen wordt geklommen. Je bent dus niet gezekerd. Indoor liggen dikke valmatten voor wanneer het niet vlot en buiten maken klimmers gebruik van crash pads of verplaatsbare vatmatten.”
“Een boulder lijkt een beetje op een puzzel die je moet oplossen. De route is maar 4 tot 5 meter hoog en telt niet al te veel grepen. Strategie, kracht en techniek zijn hier dus belangrijk om de route te kunnen uittoppen.”
“Deze tak van het klimmen is minder populair, je kan maar in enkele zalen speed klimmen. De naam zegt het zelf: hier draait het om snelheid en explosiviteit. Klimmers overwinnen zo snel mogelijk een 15 meter hoge klimmuur. Die route is altijd hetzelfde. Zodra je op de plaat bovenaan slaat, stopt de klok.”
“Er hangt een automatisch zekeringstoestel aan de speedwand, dus kan je de sport solo beoefenen, maar met een tegenstander is het natuurlijk leuker.”
Het wereldrecord bedraagt sinds de Olympische Spelen van 2024 een luttele 4,74 seconden en staat op naam van de Amerikaan Samuel Watson.
• “Volg een klimcursus bij één van de clubs van de Klim- en Bergsportfederatie. Of stap binnen bij de lokale indoor klimmuur en vraag naar een introductieles. Daarbij worden de basisprincipes uitgelegd en kan je het eens uitproberen.”
• “Kies een klimpartner van ongeveer hetzelfde gewicht. Er mag 30% verschil op zitten.”
• “Laat je niet afleiden tijdens het zekeren: zo voorkom je ongelukken.”
• “Klim veel, want in het begin maak je snel vorderingen! Je zit heel snel op niveau 5B of 5C.”
• “Geef je lichaam de tijd om te wennen. Je armen, schouders en vingers zijn niet gewend om je volledige lichaamsgewicht te dragen. Met krachttraining ontwikkelen je spieren snel, maar je pezen worden langzamer sterker.”
• “Durf te vragen aan andere klimmers hoe je een route best aanpakt. Het helpt vaak om je tactiek te bespreken.”
• Klimschoenen: “Met een rubberen zool voor optimale grip. Meestal zijn ze ook te huur bij de klimzaal. Zo’n schoenen zitten in het begin niet comfortabel – je teen zit tegen de voorkant - maar ze zetten zich naar je voet. Als ze echt comfortabel zitten, zijn ze wellicht te groot. Huur je schoenen? Neem dan een paar sokken mee.”
• Comfortabele kleding: “Draag luchtige en sneldrogende kleren waarin je veel bewegingsvrijheid hebt.”
• Klimgordel: “Ga voor een gordel met gestikte zekerlus, bredere banden en bij voorkeur met genoeg lussen om materiaal aan te hangen voor wanneer je buiten gaat klimmen: setjes, musketons…”
• Zekerapparaat: “Enkel nodig als je met touwen klimt. Dit toestel geleidt het touw en zit met een musketon vast aan de zekerlus van je klimgordel.”
• Pofzak: “Voor gevorderden is het handig om een zakje met magnesiumpoeder bij te hebben. Zo krijg je minder zweethanden en dus meer grip.”
• Bouldermat: “Een verplaatsbare valmat, onmisbaar voor wie op rotsen gaat boulderen.”
• Klimhelm: “Ter bescherming tegen vallende stenen. Dus ook als zekeraar draag je een helm. Hij moet UIAA-gekeurd zijn, licht en comfortabel.”
• Musketon: “Op een klimmuur heb je er maar één nodig om je gordel aan het zekeringstoestel te bevestigen, maar om te rotsklimmen neem je er meer mee.
• Klimtouw: “Voor lead klimmen op de rotsen heb je je eigen touw nodig.”
“Klimmen is een fantastische workout voor het hele lichaam. Je traint spieren in je armen, vingers, schouders, benen, core, rug… en ook je lenigheid en flexibiliteit worden geoefend. Bovendien train je ook je hersenen, door je tactiek te bepalen en de beste route uit te puzzelen.”
“In bijna alle klimzalen kan je met kinderen terecht, mits een volwassene hen kan zekeren. En zowat elke klimzaal heeft een klimclub voor enthousiastelingen vanaf ongeveer 8 jaar. Vanaf die leeftijd kunnen kinderen elkaar leren zekeren op een verantwoorde manier. Veel klimzalen bieden bovendien verjaardagsfeestjes aan: een leuke manier om kennis te maken met de sport.”
“Boulderen kan al vanaf 7 of 8 jaar. Er zijn ook kinderen die al jonger willen klimmen: zo’n zaal lijkt natuurlijk één grote speeltuin, maar omwille van veiligheid is voorzichtigheid geboden. Spelen op de valmat is daarom meestal niet toegelaten.”