Toen de Nieuw-Zeelander Jeremy Moon in de jaren 90 icebreaker oprichtte, deed hij dat vanuit een frustratie. De technische shirts uit polyester waarmee hij ging kajakken, voelden plastic en zweterig aan. En vooral: ze stonken snel. “Het leek me gek om in de natuur te ontsnappen met een plastic zak rond mijn lijf”, zei hij daarover later.
Toen hij voor het eerst een shirt uit merino droeg, nadat hij het cadeau kreeg van een merinoschapenboer, was hij plotsklaps verliefd. Hij ging ermee sporten, werken en zelfs slapen. Dat werd snel het uitgangspunt van icebreaker: oplossingen zoeken in de natuur – de slogan move to natural is niet zomaar gekozen.
Met zo’n ontstaansgeschiedenis hoeft het niet te verbazen dat icebreaker zo zijn best doet voor het milieu. Wie zijn oplossingen in de natuur haalt, kan er maar beter om geven.
“Noem merinowol gerust een wonder der natuur.”
Jeremy Moon, oprichter van icebreaker
Elke dag van hun leven dartelen de merinoschapen van Nieuw-Zeeland door een postkaartwaardig landschap van malse, groene alpenweides. In ruil daarvoor leveren ze het gedroomde materiaal voor de outdoorkleding van icebreaker: merinowol. “Noem merinowol gerust een wonder der natuur”, klinkt het bij icebreaker. “Merinoschapen overleven in extreme omstandigheden: hun dunne zomervacht houdt de schapen koel in bloedhete zomers, hun dikke wintervacht beschermt hen tegen ijskoude winters. En hun haartjes zijn twee keer zo fijn als die van een doorsnee schaap, wat merinowol lichter maakt.”
Het merk werkt samen met zeventig boerderijen in Nieuw-Zeeland. Veel van de samenwerkingen dateren van het prilste begin, toen icebreaker als eerste merinowol ging gebruiken in technische basislagen. De meeste van die boerderijen zijn al drie of vier generaties in de familie.
icebreaker geeft om mens, dier en milieu. De korte keten zorgt ervoor dat het niet bij holle woorden blijft, maar dat icebreaker die belofte ook effectief garandeert. Dat doet het onder meer met de ‘vijf vrijheden van de kudde’, strikte regels rond dierenwelzijn die het aan de boeren oplegt. Die moeten hun schapen voorzien van voldoende schaduw, voedsel en schoon water en ze behoeden voor onnodige pijn en leed. Als het aan het schaap lag... koos het icebreaker.
Na het scheren van de merinoschapen controleren inspecteurs nauwgezet de kleur, vezellengte en -sterkte van elke schapenvacht. Daarna gaat de wol naar icebreaker in nylon tassen – plastic kan de vezels beschadigen.
1994. Na een toevallige ontmoeting met een schapenboer raakt de 24-jarige Nieuw-Zeelander Jeremy Moon onder de indruk van merinowol. Hij scharrelt zijn spaargeld bijeen en richt icebreaker op.
2008. Als eerste merk in de outdoorsector bant icebreaker mulesing, het verwijderen van schapenhuid om infecties te vermijden. Pas tien jaar later volgt een algemeen verbod in Nieuw-Zeeland.
2018. Icebreaker ondertekent contracten van tien jaar met boeren. Die zekerheid laat hen toe om op lange termijn te werken en zich te engageren voor het milieu en dierenwelzijn.
2028. Icebreaker wil dat alle wol komt van boeren die aan regeneratieve landbouw doen – het soort dat het land niet uitput, maar beschermt voor de toekomst.
Of je nu reist naar koude oorden, een stevige wandeling maakt of gewoon thuisblijft – de baselayers van icebreaker zijn zo comfortabel dat je ze overal wil dragen. Als natuurlijk thermisch ondergoed voor elke (winter)sport, als stijlvolle bovenlaag of als superzachte outfit om thuis in te relaxen.
De veelzijdige Oasis baselayers zijn de perfecte metgezel voor al je outdooravonturen. Ze zijn gemaakt van 100% merino in een medium gewicht en blijven ongeëvenaard in hun prestaties en comfort. Geschikt om het hele jaar door te dragen.
Reis je naar Lapland of een andere ijskoude bestemming? Of ben je gewoon een koukleum? Kies dan voor de extra dikke Tech 260 baselayers, die biedt zelfs de grootste bibberaar thermisch comfort. Ideaal voor skiën, sneeuwschoenwandelen en andere activiteiten in koud weer.
De dikte en de dichtheid van de stof van thermisch ondergoed wordt uitgedrukt in ‘gramsgewicht’. Dit geeft aan hoeveel materiaal er in een vierkante meter stof zit verwerkt. Hoe dikker de stof, hoe meer warmte die vasthoudt en hoe warmer je het zal hebben als het koud is. Een hoger gramsgewicht kan soms wel iets minder flexibel zijn dankzij het wat dikkere materiaal.
• 120 - 150 g/m2: dun, licht en luchtig materiaal, geschikt voor gebruik bij milde tot koele temperaturen. Het biedt een beetje extra isolatie.
• 180 g/m2: isoleert beter dan 150 g/m2-materiaal en is geschikt voor koude tot koele omstandigheden waarbij je actief buiten bezig bent.
• 200 g/m2: prima voor in de winter, biedt goede isolatie tijdens koude omstandigheden.
• 260 g/m2: zwaarder thermisch ondergoed dat zeer goed isoleert in heel koude omstandigheden, perfect voor ijskoude dagen op de piste.