🕒 Leestijd: ongeveer 8 minuten
In het Vlaams-Brabantse Zemst verenigden liefhebbers van het grootste knaagdier van Europa zich afgelopen zomer in de Beverclub. Onder impuls van de twaalfjarige Laura Cardoen, een enthousiaste jongedame met een groot hart voor de natuur. Wij gingen mee op stap in Bevergem-aan-de-Zenne.
Fier toont Laura Cardoen (12) de lidkaarten van de Beverclub waarvan ze voorzitter is. “Op elke lidkaart staat de naam en de functie van het lid”, legt ze uit. “Iedereen heeft een rol. Ik ben voorzitter, maar er zijn ook verkenners en spotters.” Papa Wouter, de officiële fotograaf van de club, kijkt al even trots toe. Hij wil de liefde en interesse voor de natuur stimuleren bij Laura. Die missie lijkt geslaagd.
We zijn in een stukje buurtnatuur aan de boorden van de Zenne in Eppegem, een deelgemeente van het Vlaams-Brabantse Zemst. Aan een bruggetje over de rivier bungelt een foto van Benjamin, de jonge bever die zich het meest gewillig laat fotograferen. Op een betonnen plaat staat in krijt een begroeting: “Welkom in Bevergem”.
Hier, op vijf kilometer van hun huis in Vilvoorde, ontstond afgelopen zomer de Beverclub. Door corona zijn de Cardoens verplicht om hun portie natuur dicht bij huis te zoeken. Nóg dichter, want het gezin gaat sowieso niet op vakantie naar het buitenland. Ze blijven liever in België. “In ons land zijn er ook veel mooie plekjes”, weet Laura. “Zo gingen we al eens op zoek naar een visarend aan de Schelde.”
Door de lockdown komen ze in natuurgebied Dorent terecht. Van buurtbewoners vernemen ze dat bevers regelmatig het bruggetje oversteken. En dus zitten Laura, papa Wouter en mama Ann elke avond op hun picknickdeken te wachten op een glimp van het grootste knaagdier van Europa. Op een avond in juni is het prijs. In deze tijd van het jaar wordt het pas laat donker, waardoor bevers – normaal nachtdieren – zich al bij het laatste daglicht vertonen. Laura schrikt zich bijna een hoedje als ze de eerste bever voorbij ziet wandelen. “Die was zo groot als een kat”, zegt ze. Groter zelfs, corrigeert Wouter. Van kop tot romp worden bevers soms een meter lang.
Die avond drentelen papa en mama bever over de brug, terwijl hun kroost eronderdoor zwemt. Laura wijst naar een trapje dat vanaf het water de oeverhelling oploopt. “Mama bever gebruikte deze treden, maar papa klom gewoon op het heuveltje.” Ze stapt naar de overzijde en indiceert een klein tunneltje door het groen. “En hier gingen ze weer naar beneden. Kijk, je kan het spoor nog zien waar ze altijd passeren.”
12 jaar
-
Woont in Vilvoorde
-
Voorzitter van de Beverclub
-
Zit in het eerste middelbaar ‘Plant en Dier’ bij Horteco
De Cardoens keren in de zomermaanden volgend op hun eerste ontmoeting elke avond terug naar Bevergem-aan-de-Zenne, zoals ze het plekje dopen. Dan installeert Wouter zich met zijn fototoestel en gaan Laura en mama Ann op verkenning. Regelmatig spotten ze het bevergezin. In een schriftje – “de beverkrant” – noteert Laura elke waarneming.
Vader bever krijgt de naam Castor, naar de Latijnse benaming van het dier. Moeder heet Corina en Benjamin is de babybever die zich het vaakst laat spotten. Dankzij een nachtcamera weten Laura en co dat er nog twee andere jongen wonen in Bevergem. “De baby’s zijn wat kleiner en hebben kleine staartjes”, zegt Laura. “Echt schattig. Cutie pie’tjes.”
Het meisje heeft een groot hart voor dieren – thuis hebben de Cardoens hamsters, een vogel en twee katten – en wil later graag leeuwen verzorgen in de zoo. “Omdat mijn sterrenbeeld leeuw is”, zegt ze. Zijn bevers dan haar favoriete dieren? “Niet echt, want ik vind alle dieren mooi. Maar ik zou het liefst terugkomen als hamster. Hamsters zijn speels, net als ik.”
Op de oevers van de Zenne komt het gezin tezamen tot rust. En leren ze andere mensen kennen. Wanneer wandelende voorbijgangers de grote camera van natuurfotograaf Wouter zien, vragen ze wat er te bespeuren valt. Na een tijdje heeft iedereen de mond vol van de bever. Waarnemingen worden besproken, tips uitgewisseld. Bevergem is stevig op de kaart gezet. De bever verbindt mensen.
Het idee van een Beverclub groeit bij Laura wanneer de Cardoens telkens dezelfde mensen tegen het lijf lopen. Vanuit de gedachte: waarom de vrienden van de bever niet officieel met elkaar verbinden? “Het was papa’s idee om lidkaarten te maken”, zegt Laura. “Ik ben direct aan de slag gegaan en zocht fotootjes. Papa maakte de achtergrond en het ontwerp en mama plastificeerde de kaarten.”
Hoeveel leden heeft de club intussen? Laura haalt de schouders op. “Een paar”, zegt ze. Vooral buurtbewoners en andere mensen die hier komen wandelen of de hond uitlaten. Lidmaatschap bij de Beverclub moedigt hen aan om hun ogen open te houden voor het schoons dat de natuur te bieden heeft. Velen wonen hier al jaren, maar ontdekten pas deze zomer de bevers in de Zenne. Of hoe de woeste natuur soms onopgemerkt dicht bij huis sluipt.
We wandelen een stukje langs de Zenne. Bij een grote, over het water hangende wilgenboom houdt Laura halt. Dit is de ‘beverboom’, waar ze in de zomer vaak op de uitkijk staat voor haar papa. Bevers zijn verzot op wilgentakken en hier komen ze dineren. Soms aanschouwen de leden van de Beverclub zelfs hoe de jongen op de oeverhelling kruipen om op een takje te kauwen. Schuw zijn ze niet. Zo zien Laura en co ook hoe de bevers over een strookje strand naast de Zenne wandelen. Eentje stapt zelfs eens tot vlak onder Wouters statief.
Het water staat nu te hoog, zegt Laura, maar normaal zie je de knabbelsporen die de mamabever op de boom achterlaat. “Haar tepels waren zichtbaar wanneer ze daaraan knabbelde.” Een dam bouwden de bevers niet op de Zenne – dat doen ze enkel waar het nodig is – maar ze maakten wel een holletje in de oever. “Daar ergens,” wijst Laura, “waar die eend zit.”
Tijdens ons bezoek aan Bevergem-aan-de-Zenne is de herfst pas in het land. De dagen verkorten en de bevers laten zich niet meer zo vaak spotten, omdat ze dan enkel in het donker actief zijn. Wij hebben geen geluk. Toch gaan Laura en Wouter nog altijd regelmatig op pad. “Om te kijken of de bevers er zijn”, zegt ze. “Sommige mensen zeggen: we zien hen niet meer, dus we komen niet meer kijken. Maar je moet elke dag komen om hen te zien. Anders ga je hen misschien net missen.”
Ook zonder bevers is de natuur de moeite. En in Dorent valt er altijd wel iets te spotten. Zo heeft Laura hier al reeën gezien en pikte Wouters nachtcamera ooit een vos op. Met haar veldgids in de hand tracht Laura elke vogel te identificeren. “En als de vogel er niet instaat, dan neem ik een foto om ’m thuis op het internet op te zoeken”, zegt ze. “Vanop een bankje spotte ik eens een torenvalk. Hij was aan het bidden en dook ineens, tjoef, naar beneden. Met mijn eigen ogen zag ik hoe hij jaagde.”
Volgens papa Wouter “weet Laura veel meer over vogels dan de gemiddelde leeftijdsgenoot.” Af en toe hoort ze de ooievaars klepperen met hun snavels. Alle waarnemingen verdwijnen in eerdergenoemd schriftje. “We hebben hier ook al ijsvogels en reigers gezien”, zegt ze. “En veel eenden. Soms is het hier eerder Eendegem dan Bevergem.”
Een vogel was ook de reden waarom ze voor het eerst naar Dorent afzakten. “Omdat papa op Waarnemingen.be had gezien dat hier een uil zat”, legt Laura uit. “Mama en papa hebben de uil intussen gezien, maar ik niet. Ik zat in de boom.” De boom, dat is een andere wilg, in de buurt van het bruggetje over de Zenne. Daar klautert ze geregeld in met drie vriendinnen. “Een spin-off van de Beverclub”, grapt Wouter. Laura klimt graag. “In de bomen ben ik een klein aapje”, zegt ze. “Ik ben dat gewoon van op mijn lagere school, waar we veel klimrekken hadden.”
De vriendinnen hield ze over aan de Beverclub. “Thuis ben ik alleen en in de straat zijn er enkel kindjes van drie en vier jaar. Hier leerde ik meisjes van mijn leeftijd kennen. Het zijn ook kleine aapjes in de boom, dat komt goed uit.” Met hen wil Laura een geocache maken over de bever en een klein speelgoedexemplaar verstoppen. En met een schoolvriendin richtte ze een ‘nature girl’-groep op. De bedoeling is om eenden, bloemen en andere natuurpracht te fotograferen en die beelden via Instagram te delen met de wereld. Het moge duidelijk zijn: de Beverclub is wellicht niet Laura’s laatste project.
Wist je dat er in Europa nog veel meer wilde dieren te spotten zijn? Met deze tips loop je er misschien wel ’ns eentje tegen het lijf!
Zag je daar nu net de staart van een bever? Of was het een kapotte autoband? Met de juiste verrekijker wordt wilde dieren herkennen een fluitje van een cent.