🕒 Leestijd: ongeveer 11 minuten
Herfst en winter een tijd om knus voor een haardvuur te kruipen? Jazeker, maar dat vuur is eens zo gezellig na een flinke staptocht. Sarah Van Praag, Pieter Vlaeminck en hun dochters Anna en Robin hebben altijd goesting om te wandelen. En ze inspireren graag andere gezinnen met kleine kinderen om ook lekker te koukleumen, door plassen te huppelen of te ploeteren door modder of sneeuw.
“Kom kijken! Kom kijken! Er zijn ooievaars! Kom kijken!” Anna, bijna vier, holt opgewonden de vogelkijkhut uit. Mama Sarah, papa Pieter en zusje Robin, bijna twee, snellen haar achterna. En jawel, doorheen de kijkgaten zien ze hoe twee ooievaars hun ochtendmaal bijeen pikken. “En kijk eens links”, merkt Pieter op. “Een reiger!” Het hele gezin geniet verrukt van het unieke moment: vogels kijken bij het vallen van de bladeren.
Geplastificeerde vogelkaarten komen tevoorschijn, doosjes met wortelen, druiven en stroopwafels worden uit rugzakken geplukt. Anna zoekt op de kaart naar de ooievaar en duidt zijdelings nog een hele resem andere vogels aan. Koolmees, pimpelmees, savant – zoals Anna een fazant noemt. Ze onderscheidt probleemloos bos- van steenuil. “En dit is mijn lievelingsvogel, de kievit”, kirt ze. Papa en mama kijken trots toe. Als natuurliefhebbers vinden ze het belangrijk om de verbeelding van hun kroost aan te wakkeren, om hen enthousiast te maken over de natuur.
Het gezin trekt elk weekend naar buiten. Kleine minivakanties naar alle uithoeken van Vlaanderen en daarbuiten, van de holle wegen in het Pajottenland over de bossen van de Vlaamse Ardennen tot de Kempense heide. Weer of geen weer. Want elk seizoen heeft z’n charme. “Veel mensen laten zich tegenhouden door slecht weer”, zegt Sarah. “Dat idee willen wij tegengaan.” Pieter vult aan: “Vooral omdat de weerman er vaak naast zit. Dikwijls breekt het zonnetje onderweg door, terwijl er bewolkt weer of regen voorspeld werd. Ons motto is: geloof nooit wat Frank Deboosere zegt.”
33 jaar
-
Huisvader en freelanceconsultant in de voedselindustrie
31 jaar
-
Zelfstandig fotograaf
Bijna 4 jaar en 2 jaar
Het gezin woont in de stad Antwerpen, maar verhuist binnenkort naar Brasschaat waar de roots van Sarah liggen.
In hun jeugd wandelden Sarah en Pieter veel. “Dat zat er in de familie in”, beaamt Sarah. Vier weken na de geboorte van Anna verhuist het koppel voor Pieters werk voor zes maanden naar het Servische Belgrado. Anna is “niet het kind waarmee je de stad wil intrekken”, aldus Sarah. En dus gaan de uitstapjes richting de fantastische Servische natuur. “Toen we terugkeerden naar België, zijn we blijven wandelen. Op zaterdag hebben we nooit een andere planning.”
Het is een manier van reizen, beseft Pieter. “Met een gezin kunnen we moeilijk de wereld rondtrekken, maar we kunnen wel een stukje ervan ontdekken. Dichtbij, maar erg charmant. Je reist voor dat gevoel dat je leeft, dat je verbindingen maakt met anderen en dat je tot rust komt. Daarvoor moet je niet naar de andere kant van de wereld vliegen.” Sarah: “We houden vooral van minder populaire natuurgebieden. De Kalmthoutse Heide lijkt soms wel de Efteling, maar je vindt evengoed plekken die je voor jezelf hebt.”
Wandelen met kleine kinderen is anders dan met volwassenen. Ze halen hun plezier uit andere dingen. “De fun van het marcheren kennen ze niet”, legt Pieter uit. “Op kasteeldreven van een kilometer lang worden ze zot, op lange betonbaantjes evenzeer. Voor hen draait een wandeling meer om spelen. Daarom is het belangrijk om zoveel mogelijk verschillende dingen in een korte afstand te proppen.”
Tijdens de Schepswandeling is dat duidelijk het geval: op vier kilometer wandelen we over vlonderpaden en langs beekjes, stappen we door een moeras, een bos en langs een weide. We passeren een vogelhut en een idyllisch picknickeiland. Die variatie houdt het interessant voor de allerkleinste stappertjes. “Niet alle tochten zijn geschikt”, weet Pieter. “Meestal zoek ik op de websites van Natuurpunt of Agentschap voor Natuur en Bos. Die wandelingen vergelijk ik met Google Maps. Is het een natuurgebied of een kleine snipper in een stad? Zijn er veel huizen in de buurt? Op basis van de omschrijving probeer ik in te schatten hoeveel afwisseling er is. Gaan we er verschillende biotopen doorkruisen? Is er bos? Heide? Water? Zo krijg ik een idee van de natuurbeleving.”
We wandelen over een vlonderpad dat meandert door dichte beplanting. Het lijkt wel alsof we in de jungle zitten. “In de lente loop je hier door een tunnel van groen”, zegt Pieter. Bij een moerassig poeltje met kikkerdril houden we halt. “Gaan we de opa-kikker zoeken?” vraagt Pieter. “Heeft hij een grote snor? Of een baard?” Terwijl Anna en Robin met een stokje in het water vissen, legt Pieter uit hoe hij al voor aankomst de verbeelding van zijn dochters aan het werk zet. “In de auto stellen we hen vragen. Gaan we nog eens op zoek naar de grote kikker? Wat gaan we zien bij de hut? Zo wakker je hun fantasie aan en krijg je hen mee. Je vertelt een verhaal waarin zij zelf meespelen.”
Ook opdrachten kunnen helpen. “Dan laten we hen zoeken naar een boterbloem, een kikker, een afdruk in de modder of drie gele dingen”, legt Sarah uit. Of neem nu natuurbingo: met eierdopjes in verschillende kleuren op zoek gaan naar iets blauw, geel, rood, groen en bruin in de natuur. De kinderen gaan op zoek naar bloemen, blaadjes of schors in die kleur. Eens al hun dopjes vol zitten, hebben ze bingo. Pieter: “Op hun leeftijd is het belangrijk dat je mee op onderzoek gaat, dat je mee gaat spelen.”
Doorstappen is er op die manier niet bij. Kilometers zijn ondergeschikt aan ervaring. Nog meer dan anders moet je met kleine kinderen tijd nemen. Tijd om de natuur in je op te nemen. Om te kijken hoe de zaadjes van springbalsemien wegschieten, om een kikker van naderbij te bestuderen. “Kijk, een paddenstoel”, verkondigt Anna trots. Even verderop, bij een betonbrugje over een beek, gooien zij en papa Pieter blaadjes en takjes in het water, om snel aan de andere kant te kijken wiens bootje de race wint. “Anna heeft gewonnen!” roept Sarah. “Papa is gezonken!”
Het enthousiasme van het hele gezin werkt aanstekelijk. Mama en papa laten zich niet onbetuigd en dartelen hups door plassen. Met Anna op de schouders klimt Pieter op een verse composthoop – “dampende kaka”, dixit Sarah – om haar de warmte ervan te laten voelen. Even verderop plenst het viertal vrolijk door de modder. “Zal papa nog eens overzetboot spelen?”
Anna stapt al flink en ook Robin doet sommige stukken kloek te voet. Indien nodig verdwijnen ze in de kinderdrager, draagzak of op de schouders van mama of papa. “Als je leest over wandelen met kinderen, dan gaat het bijna nooit over kinderen onder zes jaar”, zegt Sarah. “Alsof je dan enkel thuis pampers kan verversen. Terwijl we wel merken dat Anna en Robin er veel deugd van hebben.”
Een wandeling van drie à vijf kilometer werkt het gezin af in twee of drie uur. Geen haast. “We merken dat we traag zijn tegenover vrienden”, zegt Sarah. Maar dat vinden ze niet erg: beter veel zien op een korte afstand dan door de natuur te snellen. Pieter: “De kinderen doen je ook kijken naar dingen waar je al lang niet meer bij stilstond. Naar alle kleine beestjes, bloemen, paddenstoelen. Uiteindelijk zijn zij degenen die ons onthaasten.”
Als het lijkt alsof Sarah en Pieter alle expertise in huis hebben over wandelen met kinderen, dan is dat omdat ze al een hele hoop fouten maakten. Ook voor hen was het een kwestie van vallen en opstaan. Soms letterlijk. Zo tuimelt Anna een keer in een plas. “Ze was volledig nat, van kop tot teen”, lacht Pieter. “We hadden afgesproken om achteraf te gaan eten met vrienden. Maar ze kreeg haar natte voeten zelfs niet meer in haar laarzen, dus dat ging niet meer. Al doende leert men.”
Sindsdien liggen er altijd reservesetjes kleren in de koffer van de auto. Waardoor Pieter en Sarah hun dochters een vrijgeleide kunnen geven om zich vuil te maken. “Zoals die keer in de Averegten, een superleuke wandeling met kinderen in Heist-op-den-Berg. In de zomer kunnen ze daar in een speelvijver op boomstronken spelen en in het water springen. Keitof! Het is zalig dat je hen die vrijheid kan geven, net omdat je voorbereid bent op alles.”
Na de inspanning volgt de ontspanning. Het gezin probeert de tochten altijd te eindigen in een bruin café. Zeker in herfst en winter is het prettig om met gloeiende wangen die gezellige gloed in te stappen. Om verkleumde handen aan de stoof te warmen. Het skihuteffect, noemt Pieter het. Daar wacht voor Anna en Robin het ijsje waarover ze al een hele wandeling fantaseren. En voor mama en papa een streekbiertje. Sarah knipoogt: “Niemand gaat mountainbiken zonder de pinten achteraf.” Van zodra de horeca terug open mag, is er nog een reden om te gaan wandelen. Maar laat dat je niet tegenhouden om er nu al op uit te trekken!
We vergezelden het gezin op de bekroonde Schepswandeling (Balen, Kempen): normaal 6,9 kilometer, maar door Pieter en Sarah ingekort tot een kindvriendelijke vier kilometer. Een vlonderpad, een bruggetje over een beek, een vogelkijkhut en een prachtig picknickeiland (“al zijn onze snacks meestal op tegen dat we hier aankomen”): allemaal criteria die ervoor zorgen dat zowel kinderen als mama en papa kunnen genieten van deze wandeling. Ook doorheen volgend moois stappen ze met veel plezier:
Heeft je kroost de wandelgoesting helemaal te pakken? Laat ze dan kennismaken met deze vijf avontuurlijke routes op maat van kleine beentjes.
Geen zorgen, tegen een beetje kou zijn jouw kinderen heus wel opgewassen. En al helemaal als je met het slimme laagjessysteem werkt!