Welke loopkleding past het best bij welke temperatuur?

Bij outdooractiviteiten als wandelen, fietsen en skiën is het drielagensysteem helemaal ingeburgerd. Maar ook bij het lopen is het slim om je kleding in drie lagen op te bouwen. Elke laag van je uitrusting heeft z’n eigen functie. Door die functies met elkaar te combineren, ontstaat de ultieme vorm van draagcomfort.

•    De basislaag bestaat uit thermisch ondergoed. Deze laag voert zweet af en geeft basiswarmte.
•    De tussenlaag bestaat uit een sportshirt. Dat houdt je lichaamswarmte vast en voert zweet verder af.
•    De buitenlaag bestaat uit een regenjasje of windstopper en beschermt je tegen regen, wind en sneeuw.

“Bij temperaturen rond het vriespunt of daaronder draag ik drie lagen kleding: een thermisch onderhemdje met lange mouwen, een sporthirt en daarover een windstopper.”

“Ik loop zo lang mogelijk met een korte broek, tot het vriespunt nadert. Een short geeft zuurstof aan je benen. Bovendien loop je je benen toch snel genoeg warm. Maar bij temperaturen onder nul graden Celcius draag ik een lange legging. Ik loop zelf het liefst met aansluitende kleding, terwijl anderen juist losse kleren verkiezen – dat is persoonsgebonden.” 

“Trailrunwedstrijden vinden vaak plaats tijdens de winter. Regelmatig moet je daarbij door een rivier lopen. Op zo’n momenten kies ik toch liever voor een short – natte benen drogen sneller dan een natte legging.”

“Ook bij deze temperaturen draag ik drie lagen kleding: thermisch ondergoed, een sportshirt en daarover een dun loopjasje met lange mouwen. Dat hoeft niet waterdicht te zijn, zolang het de wind maar tegenhoudt. Ik heb er zelf eentje van Asics.”

“Ik heb het snel warm en kan goed tegen de koude, dus ik kleed me meestal licht. Vanaf 10 graden Celsius draag ik nog slechts twee lagen kleding: een sportshirt met korte mouwen en daarover een windstopper om mijn longen warm te houden.”

“Ik pas bij hoge temperaturen vaak mijn loopmoment aan: in plaats van ’s middags op het heetste moment van de dag te lopen, ga ik ’s ochtends of ’s avonds op pad. Ik draag een sportshirt met korte mouwen of zonder mouwen. Het allerliefst draag ik mijn loopshirt van Craft. Die stof is heel dun en zit zalig.”

“Bij vrieskoude draag ik dunne handschoenen en een muts, want warmte verlaat je lichaam deels via je hoofd. Ook draag ik graag een Buff rond mijn hals, als bescherming tegen wind en koude.”

“Dankzij mijn fluohesje ziet iedereen me lopen. Ook neem ik in het donker altijd verlichting mee, om zelf goed te kunnen zien. Daarbij laat ik mijn keuze afhangen van het parcours. Voor een loopje langs de weg draag ik een borstlamp, terwijl ik in het bos met een hoofdlamp loop.”

“Ik heb mijn sporthorloge altijd aan. De Garmin ForeRunner 955 heeft een triatlonfunctie dus ik gebruik het om te zwemmen, lopen en fietsen. Ik voeg mijn trainingsschema toe en het horloge geeft elke training perfect weer. Tijdens het lopen geeft het aan welke snelheid ik moet lopen, afgestemd op welke training er gepland staat – van intervaltraining tot hersteltraining. Eigenlijk is mijn sporthorloge dus mijn coach. Handig!”

“Als ik langer dan anderhalf uur ga lopen, neem ik sportdrank mee in mijn heuptas of looprugzak. Daarin is ook plaats voor mijn gsm. Loop ik zonder rugzakje, dan stop ik mijn gsm achteraan in mijn loopbroek – die heeft een vakje met rits. Zo heb ik ‘m altijd bij voor noodgevallen, dat vind ik geruststellend.”

“Om te lopen in het bos loop ik met trailrunningschoenen. Die hebben meer profiel en daardoor een betere grip, zodat ik niet wegglij op rotsen of boomstammen. Voor een loopje op de weg draag ik sportschoenen van Hoka. Die zool is gladder, daarmee kan ik sneller lopen. Ik pas mijn schoenkeuze dus aan het type looptraining aan.”

“In de vrieskoude draag ik een lange loopbroek. Daarin zijn veel verschillen. Een lange broek met mesh stukken aan de benen biedt ventilatie en voelt als een korte broek. Dat is ideaal voor de zomer, want veel vrouwen verkiezen bedekte benen. Maar in de winter is een broek die gevoerd is - en dus minder de koude doorlaat - een aanrader.”

“Bij winterse temperaturen, draag ik thermisch ondergoed met lange mouwen. Daarover trek ik een loopjasje, liefst eentje dat tegen nattigheid kan. Tussen die twee lagen in kan je een loopshirt dragen, maar ik vind dat persoonlijk geen must.”

“Om in de winter te lopen pas ik ook mijn loopsokken aan. Het is belangrijk om je voeten en tenen warm te houden, dus ik kies dan voor lange en warme sokken. Compressiekousen bevorderen de bloedsomloop in je benen. Je kan ze tijdens of na je training dragen.”

“Juist boven het vriespunt loop ik met thermisch ondergoed met lange mouwen en daarover een sportshirt met korte mouwen. Een jasje trek ik alleen aan als het nat is.”

“Bij die temperatuur draag ik een short en sportshirt met korte mouwen. Bij vertrek voelt dat fris omdat je spieren niet opgewarmd zijn, maar na een kilometer heb je het warm genoeg. Als je je té warm kleedt, loop je niet comfortabel tijdens je training. Het is dus oké om te vertrekken als je het nét te koud hebt.”

“Mijn favoriete shirt is er eentje van Under Armour. Als dat in de kast ligt, grijp ik er steevast naar. Het voert zweet supersnel af en de pasvorm zit heel comfortabel. Als loper wil je immers kleding die perfect zit. Want je wil tijdens je loopje bezig zijn met je sport, niet met je materiaal.”

“Bij nat weer draag ik een licht regenvest over mijn T-shirt. Ook als het regent, draag ik liefst een short. Ik krijg liever natte benen dan een natte broek.”

“Bij zonnig weer smeer ik me altijd in met zonnecrème voor ik vertrek. Met een pet of zonneklep schijnt de zon niet in mijn ogen.

“Ik draag bij deze temperaturen een sportshirt met korte mouwen. Een sportshirt zonder mouwen kan natuurlijk ook, maar let op dat je niet verbrandt aan je rug en schouders. Daaronder draag ik een loopshort. Loop je ook in de zomer liefst met een lange broek? Kies dan voor een broek met mesh inzetstukken: dat is een soort gaas dat frisse lucht doorlaat maar toch je benen bedekt.”

“Schommelt de temperatuur rond het vriespunt? Dan loop ik met dunne handschoenen om mijn vingers warm te houden. Om mijn keel te beschermen tegen de koude draag ik een Buff.”

“Een hoofdband trek ik al vanaf 10 graden over mijn oren, zeker als het waait. Zo blijven mijn oren warm en vermijd ik een oorontsteking. Bovendien houdt die band heel handig mijn haar uit mijn gezicht. De hitte die mijn lichaam produceert, kan via mijn hoofd zo nog steeds ontsnappen. Door mijn grote haarbos met krullen zou een muts al snel té warm worden.”

“Om veilig te lopen in het donker draag ik vaak kleding met reflecterend materiaal erin verwerkt. Naar zichtbaarheid toe hou ik rekening met mijn startuur maar ook met het geplande uur van mijn aankomst. Zal het schemeren tijdens mijn loopje? Dan draag ik een reflecterend harnas met lampje – om gezien te worden én om zelf voldoende te zien. Want op offroad looproutes en trails is het pikdonker, dus daar zie ik niets. Ik pas mijn parcours vaak aan de straatverlichting aan.”

“Een reflecterende armband is handig om gezien te worden, maar heeft minder nut op trails of donkere paden. Ik vraag me dus vooraf af: moet ik enkel gezien worden of is het belangrijk dat ik zelf ook goed de weg kan zien? Ik zet mijn lampjes trouwens altijd op knipperlichtmodus. Dat valt meer op én bespaart batterij. Een win-win!”

“Mijn sporthorloge gaat altijd met me mee. Alles wordt geregistreerd – ik ben een freak wat dat betreft! Ik hou ze dag en nacht om, ze gaat enkel uit om te douchen. Ik voel me naakt zonder sporthorloge.”

“Ik draag een sporthorloge van Garmin. In de Garmin Connect app bekijk ik mijn loopprestaties en kan ik ook nagaan met welke loopschoenen ik hoeveel kilometer afgelegd heb – zo weet ik wanneer ze toe zijn aan vervanging. Soms zie je aan de buitenkant niet wanneer loopschoenen versleten zijn, maar na 1000 kilometer lopen is de demping van een sportschoen écht versleten.”

“Bij zomerse temperaturen is hydratatie heel belangrijk. Ik draag dan een loopvest waarin plaats is voor twee flacons met water. Een CamelBak met waterzak op je rug is ook handig, dan drink je door een slangetje. Als ik 12 kilometer of meer loop, neem ik altijd water mee, ongeacht het seizoen of het weer.”

“Ik loop al jarenlang met Asics sportschoenen, met het Nimbus-model. Ik heb enkele paren en wissel af - vooral bij de voorbereiding van een marathon – zodat de zool minder slijt.”

“Mijn gsm neem ik liever niet mee. Dat helpt me om even volledig te focussen op het lopen.”